door
Tynke Landsmeer
Bij het EK
volgende week in het Griekse Patras ligt een medaille klaar voor
de Nederlandse turnploeg. Twee van de vijf deelneemsters komen van
De Hazenkamp in Nijmegen. Trainer Boris Orlov
(57) zal hun verrichtingen vanuit de huiskamer volgen. `Of ik nu
op de Noordpool of in Rusland zit, ik ben er in gedachten heel
dichtbij.'
Boris Orlov
- Interview in Gent
|
`Als hij gaat, ga ik mee.' Er
zijn weinig zekerheden in het jonge leven van turnster
Monique Nuijten (18), maar van één is ze stellig
overtuigd. Voor Nuijten bestaat geen andere trainer dan Boris
Orlov. En als de kleine Rus met de wapperende
grijze haren onverhoeds terug zou keren naar zijn
vaderland dan is er dus maar één optie: mee.
Orlov hoeft niet weg.
Dinsdag is zijn werk- en verblijfsvergunning met nog eens
een jaar verlengd. Hij toont de identiteitspas die hij
zojuist op het politiebureau van Nijmegen heeft verkregen.
`Geen idee wat het allemaal betekent. Ik weet alleen dat
ik elk jaar naar het bureau moet komen en dan weer een
jaar mag blijven.
'Inmiddels verblijft Orlov, afgezien van twee korte
onderbrekingen, al bijna vijftien jaar in Nederland. Eerst
was hij coach op het nationale turninternaat Papendal.
Sinds 1995 is hij, samen met assistent Esther de Weerd,
trainer van turncentrum De Hazenkamp in Nijmegen. |
Een half jaar na zijn komst maakte
de destijds 12-jarige Nuijten de overstap van het Zeelandse Goes
naar de school van Orlov.
Wie zijn blik laat rondgaan langs de toestellen in de metershoge
turnhal begrijpt waarom. Eén wand bestaat uit enkel spiegels met
een barre. Zes balken, vier brugtoestellen, een vloer en twee
paarden staan permanent opgesteld. Zachte tonen komen uit een
geluidsinstallatie. Met een grap probeert Orlov op de vroege
dinsdagochtend een glimlach te toveren op het sombere gelaat van
een juniore.
Orlov
|
`Ik kende hem
alleen van de verhalen, maar ik wist dat je hier naar toe
moest als je goed wilde worden', vertelt Nuijten. `Dus
toen mijn ouders me vertelden dat er plek voor mij was,
heb ik geen moment geaarzeld. Elke zondagmiddag naar een
gastgezin en op vrijdagavond met de trein weer terug naar
huis.'
Orlov werd meer dan
zomaar een trainer. Respect voor elkaar, vrijheid en
wederzijds begrip plaveiden de weg naar het grote succes.
Nuijten maakte deel uit van de Nederlandse ploeg die vorig
jaar bij het WK in Gent vijfde werd. Renske Endel
eveneens.
Slechts anderhalf jaar geleden maakte Endel de overstap
naar De Hazenkamp en bloeide onder Orlov volledig op. In
Gent haalde ze zilver op brug. |
Nuijten: `Boris kan op een bepaalde
manier naar je kijken en dan weet ik precies wat hij bedoelt. Hij
is heel anders dan de meeste trainers. Hij begrijpt je beter, hij
is liever en hij laat ons vrij. Natuurlijk wordt hij wel eens boos,
maar hij is nooit onredelijk. We doen allemaal ons best. En als je
niet je best doet, dan ziet hij dat ook wel. Maar hij zal nooit
zeggen dat je mòet.
`De sfeer is open en relaxed. Hij
zegt: ``Als je niet hard wilt werken, dan niet. Maar dan kom je er
ook niet.'' Op die manier laat hij de keuze als het ware bij
jezelf. Daar word je heel volwassen en zelfstandig van. Het is
niet voor niets dat Renske, Fieke (Willems) en ik nog zo lang door
willen gaan.'
Alle drie hebben inmiddels hun 18de
levensjaar gevierd. Ze vormen de helft van de Nederlandse ploeg
die volgende week in het Griekse Patras voor het eerst in de
historie een Europese medaille hoopt te verdienen. Endel op brug,
Nuijten vermoedelijk op sprong en balk. Willems, herstellende van
een enkelblessure, zal meegaan als begeleidster. Orlov blijft
thuis.
Officieel zijn het de psychische
problemen van zijn vrouw die de 57-jarige Rus aan huis gekluisterd
houden. Maar er is meer. `Bog ne aast, svinja ne sest', citeert
Orlov een Russisch spreekwoord. En doet er verder het zwijgen toe.
`Dat is wijzer.'
Als God niet geeft, kunnen varkens
niet eten, zo luidt de vrije vertaling. Orlov werkt hard, terwijl
anderen in de turnwereld met de eer gaan strijken. Zijn
achterblijven is daarom uit te leggen als stil protest. `Of ik nu
op de Noordpool of in Rusland zit, ik ben er toch wel bij', zegt
Orlov. `Zodra de wedstrijd begint ben ik er in mijn gedachten heel
dichtbij.
`Mijn aanwezigheid in Patras is
niet noodzakelijk om tot goede resultaten te komen. De begeleiding
is daar in goede handen. En ze zijn zelfstandig genoeg. De meisjes
moeten zich niet druk maken in het hoofd. Gewoon op je gemakje
naar het magnesiumbakje lopen, beetje poeder pakken en lekker je
oefening doen.'
Voor Nuijten is dat geen probleem.
Endel bewees echter over een labieler zenuwgestel te beschikken.
In Eindhoven sloeg ze vorige maand met haar teen tegen de onderste
ligger en raakte volledig van slag. Bij een wedstrijd in Kiev was
er een `hotline' nodig tussen Nuijten en Orlov om Endel bij te
staan. Orlov: `In Patras is er geen tijd om te zeuren. En Renske
heeft me verzekerd dat mijn aanwezigheid niet noodzakelijk is.'
De zware last die de afgelopen
maanden op Endels smalle schouders leek te drukken, is inderdaad
verdwenen. Ze kijkt opgeruimder als ze 's middags in haar
olympische auto bij De Hazenkamp arriveert. Na een turbulente
periode vol aandacht van fans en media is de rust rond de
turnsters teruggekeerd. `Rond Renske', benadrukt Nuijten. `Wij
hebben er niet zoveel van gemerkt.'
Hysterische toestanden bij de
poorten van De Hazenkamp bleven niettemin uit. Want hoewel de
olympische auto en een maandelijkse toelage van NOCNSF voor de
turnsters met een A-status wel degelijk een omslag teweeg hebben
gebracht in het aanzien van de sport is voor de rest alles bij het
oude gebleven. Ouders zijn nog altijd huiverig om hun dochter twee
keer per dag ('s morgens tussen acht en tien en 's middags tussen
drie en zes) in de handen van Orlov en De Weerd achter te laten.
Orlov: '' 'Joepie, joepie, joepie,
joepie', roepen ze. Ze vinden het prachtig wat Renske heeft
gepresteerd. Maar hun eigen kind moet óók in het tuintje achter
het huis spelen, én op vioolles, én naar school en ook nog naar
opa en oma. Een paar uurtjes turnen in de week vinden ze wel
voldoende. Aan die mentaliteit is niks veranderd.
`Zo snel gaat dat niet. Pas als
Nederland langer achtereen goed presteert op grote toernooien dan
verandert er misschien iets. Maar het zal altijd lastig blijven.
We hebben nu een goede lichting, maar dat is een impuls. Ik zie
bij de junioren weinig meisjes die binnenkort de stap naar de
senioren kunnen maken. We hebben best goede turnsters, maar te
weinig.'
De ploeg is daardoor kwetsbaar. Eén
blessure kan het verschil zijn tussen succes en een plek in de
middenmoot. Marleen Deuning was twee jaar geleden bij het WK in
China het tastbare bewijs. De Nederlandse ploeg stevende af op
plaatsing voor de Olympische Spelen, maar door een val van Deuning
eindigde de ploeg op de 14de plaats. Deuning nam vier weken
geleden definitief afscheid van De Hazenkamp.
Ook Fieke Willems viel af.
Gescheurde enkelbanden weerhouden haar nog altijd van een
wedstrijdoptreden. Ze springt haar salto's en schroeven vooralsnog
alleen nog in een gordel op de trampoline terwijl Orlov zwaar aan
de touwen hangt. Vier weken geleden schreef ze in het
afscheidsboek aan Deuning: `Helaas konden we niet samen afmaken
waar we samen aan zijn begonnen.' Nu staat ze zelf op non-actief.
`Je moet er niet te lang bij stil
blijven staan, maar het kan zo afgelopen zijn', zegt Nuijten. `Het
is vreselijk verdrietig als zoiets je overkomt. De sport is
keihard. Marleen was een goede vriendin. We dachten precies
hetzelfde over training. We waren er kapot van.'
Geconcentreerd blijven, goed op het
eigen lichaam letten en over twee jaar naar de Spelen in Athene.
Nuijten heeft de route voor zichzelf al uitgestippeld. `Dan ben ik
twintig. Toen ik voor het eerst bij De Hazenkamp kwam vond ik
zestien jaar al heel erg oud.
`Er is veel veranderd in die
tussentijd. We krijgen eindelijk waardering. Dat is een stimulans
om door te gaan. Ik vind het leuk dat turnen nu eindelijk in de
belangstelling staat. Vroeger deed je het voor niks. Ik moest
zelfs de deelname aan wedstrijden betalen. Mijn vader heeft altijd
alles voor mij betaald, nu kan ik dat zelf.
`Ik weet niet of ik het haal. Maar
de meeste dingen die ik wil, die lukken ook. Vijf jaar geleden lag
de top van een turnster op haar veertiende, nu kun je veel langer
door. Ik heb altijd gezegd dat ik aan de Spelen wilde deelnemen.
Het is het allerhoogste dat je kunt halen. Sydney is niet gelukt.
Dan moet het Athene maar worden.'
|
(Source13-Apr-2002de
Volkskrant) |
>>
Tagesaktuelle News immer bei GYMmedia
|