Uit de dagbladen Source: Algemeen Dagblad   PRESS

     17-Apr-2002   Renske Endel:   Hunkeren naar een normaal leven 
  Door Annelieke Dijkstra
Hoe vaak verliet ze niet jankend de training? En vervloekte ze het turnen?
Renske Endel (18), dankzij een fabuleuze brugoefening zilveren medaillewinnares op de laatste WK, heeft aan de vooravond van de EK in Griekenland geen antwoord op haar eigen vragen. ,,Snap jij hoe ik het al die jaren heb volgehouden?''


Renske Endel: Zilver in Gent

De nieuwbouwwijk in Beuningen straalt in de ochtendschemer een serene rust uit. Het is tien voor zeven en alleen in het laatste huis in de straat brandt licht. Wim Zegers, gastouder van Renske Endel, zet een grote kan koffie voor het vroege bezoek. Wanneer de frêle turnster de woonkamer binnenkomt en haar sporttas op de grond laat ploffen, neemt ze wat timide plaats aan de eettafel. ,,Vroeg hè?'', zegt ze met een glimlach die enige spot verraadt. ,,Sorry, maar ik weet niet beter.''

De excuses lijken vooral aan haarzelf gericht. Vanaf haar negende staat Endel voor dag en dauw op voor de ochtendtraining. ,,Vaak begonnen we al om zeven uur, omdat we op tijd op school moesten zijn. Na de lessen en het huiswerk trainde ik dan nog drie uur.'' Ja, gekkenwerk, beseft ze terwijl ze haar ontbijt van die dag - één cracker met een dun laagje honing - naar binnen werkt. ,,Het was ook vaak erg moeilijk. Ik heb veel problemen gehad.''

Op weg naar de training in Nijmegen, waar ze sinds de WK van vorig jaar in een wagen van NOC*NSF naar toe kan, praat ze openhartig over die problemen. Zonder zielig te klinken of medelijden op te willen wekken. Ze heeft het immers zelf altijd gewild. Niemand dwong haar elke dag weer die zaal in te stappen. ,,Ik ging altijd weer terug. Waarom weet ik niet. Dan kwam ik huilend thuis, gooide mijn spullen in een hoek en bezwoer ermee op te houden. Talloze keren zag ik huizenhoog op tegen de trainingen. Mijn ouders zeiden dan: Renske, stop er alsjeblieft mee. Maar ik ging door. Snap jij dat? Is dat doorzettingsvermogen? Ik weet het niet. Ik denk daar vaak over na. Waarom ik het volgehouden heb. En heel veel andere meisjes uit die tijd niet. Ik dacht altijd dat ik mentaal heel zwak was. Blijkbaar valt dat wel mee.''

Als puber verliet Endel het ouderlijk huis in Broek op Langedijk, om een paar kilometer verderop bij haar trainer van turnvereniging K en V Opmeer, Gerrit Beltman, en zijn vrouw Marja te gaan wonen. ,,Hij zei: Het is beter als je uit huis gaat. Dan hebben je ouders niet zo'n invloed op je en kun je je volledig op de sport richten. Ik heb dat toen gedaan. Mijn ouders lieten mij vrij in die keuze. Ik dacht net als de trainer dat dat beter voor me zou zijn. Ik weet nu niet zeker of dat ook zo was. Misschien had ik die discipline wel nodig om de top te bereiken. Maar als ik het moeilijk had, miste ik thuis heel erg. Dan had ik mijn ouders echt wel nodig.''

Ruim twee jaar geleden barstte de bom. De gymnaste had haar zoveelste offday, vluchtte naar het ouderlijk huis en was vastbesloten haar turnschoentjes voorgoed op te bergen. Gesprekken met Willem Veldman, de topsportcoördinator van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie, vader Jos, moeder Lia en zus Femke brachten haar toch weer op andere gedachten. ,,Ik heb drie weken niets gedaan, alleen gepiekerd en gepraat. Toen besefte ik dat ik het nog niet wilde opgeven. Uiteindelijk bleek De Hazenkamp in Nijmegen mijn redding.''

Bij de gemoedelijke club, sinds het opheffen van turninternaat Papendal steunpunt van de KNGU, vond Endel het plezier in de sport terug. Dankzij trainer Boris Orlov, choreografe Esther Heijnen en turnsters van de nationale selectie Monique Nuijten en Fieke Willems. ,,Ik was onzeker, zat niet lekker in mijn vel na alle problemen. Hier voelde ik dat ik welkom was. Ik kon alles kwijt, vooral bij Esther. Dat was heel fijn. De trainingen van Boris waren ook een verademing. Hij laat ons heel vrij. Technisch is hij een kei, maar vooral in de begeleiding voelt hij goed aan wat we nodig hebben. Als het even niet gaat, blijft hij rustig. Hij maakt zich niet zo snel druk. Het was precies wat ik nodig had.''

De zilveren WK-medaille op het onderdeel brug met ongelijke leggers was haar beloning voor de doorzettingskracht die ze had getoond. Dat de nationale ploeg dankzij de vijfde plek op de wereldkampioenschappen ook nog sportploeg van 2001 in Nederland werd, maakte het succes compleet. ,,Er is sindsdien enorm veel op me af gekomen. Het is gek. Ik ben al zo lang bezig en opeens krijg ik al die aandacht. Ik mocht in een videoclip meedoen van de Haagse band Di-rect. Het nummer Inside my head staat heel hoog in de hitlijst. Het was fantastisch om mee te maken, zo'n filmstudio met al die camera's en lichten.''

* * *
Wanneer ze het parkeerterrein van de Nijmeegse sporthal opdraait, staat Orlov voor de deur een sigaret te roken. De 57-jarige coach draagt een oude trainingsbroek die een overblijfsel lijkt uit de tijd van de oude Sovjet-Unie. Zijn karakteristieke grijze haren wapperen wild in zijn nek. ,,Ojee'', beseft Endel voor ze uitstapt, ,,ik heb helemaal niet verteld dat je komt.'' Het blijkt geen probleem voor de Rus. ,,Renske, Renske, jij moet rust'', zegt de man die in 1986 naar Nederland kwam met vrouw en dochter. Hij probeert streng te klinken maar kan een lach niet onderdrukken. Zijn pupil kijkt naar de grond. ,,Ja, sorry ik was het vergeten te zeggen.'' ,,Het geeft niet, als jij straks op de Europese kampioenschappen maar goed presteert. Dat is het belangrijkste.''

Endel loopt de turnzaal in, waar Monique Nuijten (18) en Marinka van Apeldoorn (14) al aan hun warming-up zijn begonnen. Het is acht uur en housemuziek schalt door de boxen in de koude hal. Orlov kijkt vertederd toe. ,,Renske is zo veranderd. Vroeger dacht ik dat ze helemaal geen gevoelens had. Ze was gesloten, ze zei nooit iets. Ik denk dat ze veel problemen heeft gehad bij haar oude club. Nu is ze opener, emotioneler. Gelukkig maar. Je moet de meisjes een beetje met rust laten. Ze zijn bijna volwassen. Het werkt niet als je ze als soldaten laat marcheren. Het is hier geen kazerne.''

Voor Orlov, de man die in 1983 zijn landgenote Olga Bitscherova naar de wereldtitel leidde, waren de WK in Gent een bijzonder toernooi. ,,Het was bijna 20 jaar na Bitscherova en opeens was er weer een meisje van mijn club dicht bij een wereldtitel. Ik kon het niet geloven. Alles klopte in Gent. De hele groep presteerde geweldig. Ze hadden heel veel getraind, tot zweet in kont.'' Dat hij door de emoties overmand werd toen Endel op het ereschavot stond met de zilveren plak om haar nek, ontkent de Rus. Hij liep juist op dat moment de zaal uit en werd tegengehouden door bondscoach Frank Louter. Orlov: ,,Ik was klaar. Mijn werk zat er op. Dan pak ik mijn spulletjes en ga weg. Voor de meiden is het dan feest. Ik juich van binnen wel.''

Ondertussen huppelen de turnsters zich achter hem nog warm op de grote vierkante mat, waar zij normaal gesproken hun vloeroefening op trainen. Endel gaat op haar handen staan en `loopt' een meter of vijf met haar benen stijf gestrekt in de lucht. Nuijten, Nederlands kampioene in 1999, gaapt en snottert. Ze voelt zich niet zo lekker, zegt ze. Toch maakt ze haar lichaam even warm met een arabier, dubbele flik-flak salto. Ook Endel is een beetje verkouden. Bovendien heeft ze last van haar lies. Zorgvuldig smeert ze de binnenkant van haar rechterbeen in met een crème.

Dan plakt ze een reepje tape om haar polsen te verstevigen en wandelt naar de evenwichtsbalk die zonder poten op de vloer ligt. Orlov maant haar tot een handstand. Behendig staat ze ondersteboven op de tien centimeter smalle balk en maakt pirouetten terwijl ze haar handen razendsnel linksom verzet. Het lijkt een peulenschil, maar kost enorm veel kracht. Niet voor niets rusten de turnsters na elke - korte - oefening lang uit.

,,Fysiek is het zwaar'', legt Endel uit als na twee uur de training erop zit. ,,Maar het moeilijkste is om voortdurend geconcentreerd te zijn. Het islevensgevaarlijk als je niet scherp bent en even verslapt. Dit was trouwens een rustige training, hoor. Vanmiddag gaat het er pas echt stevig aan toe.''

Het is half 11 en om half vier die middag wordt de sportster, die vorig jaar genomineerd was voor de titel `sportvrouw van het jaar', weer verwacht in Nijmegen voor een training van drie uur. Waar Endel voorheen naar school ging in de tussenliggende periode, rijdt ze nu naar het huis van haar gastouders in Beuningen. ,,Ik ga sinds vorige zomer niet meer naar school. Het was moeilijk me op twee dingen te focussen en de WK stonden voor de deur. Het is plotseling erg luxe voor me, met al die vrije tijd tussen de trainingen door. Aan de ene kant is dat lekker, aan de andere kant is het ook erg eenzaam.

,,Ik kom nauwelijks onder de mensen, zit in de sporthal of thuis. Ik kijk er naar uit om in september met een studie te beginnen. Ik ga HBO voeding en diëtetiek doen. Een beetje een normaler leven leiden.''

Ze zegt het en denkt even na over haar eigen woorden. ,,In feite weet ik helemaal niet wat dat is: normaal. Ik leef al mijn hele leven op deze manier. Ik ga tegenwoordig wel eens uit met vriendinnen als ik in het weekeinde thuis ben. Nee, ik drink dan geen alcohol. Ik vind het niet lekker. Ik hou sowieso niet van drankjes. Alleen van water en jus d'orange.

,,Ik heb ook nooit een vriend gehad. Daarvan denk ik dan wel eens: nou, ik loop wel achter. Ik weet helemaal niet hoe dat gaat. Maar aan de andere kant is het ook wel beter zo. Ik zou echt geen tijd hebben voor een vriend. Ik train altijd en zit veel in het buitenland. Weet je wat het is? Aan de ene kant loop ik achter, maar aan de andere kant ben ik zo veel verder dan andere meisjes op mijn leeftijd. Door het turnen ken ik mezelf door en door. Ik heb dingen meegemaakt die anderen pas later meemaken. De tegenslagen, de problemen met een coach. Die kun je vergelijken met problemen met je baas. Die had ik dus al toen ik nog in de puberteit zat.''

De nieuwbouwwijk is inmiddels ontwaakt wanneer de donkergroene Volkswagen met de Olympische ringen over de verkeersdrempels glijdt. Endel heeft er al een halve `werkdag' op zitten. Gastmoeder El Zegers staat in de keuken en smeert boterhammen. ,,Ik heb het erg goed hier'', zegt Endel, ,,maar het is jammer dat ik vanwege de lange afstand niet thuis kan wonen. Juist nu ik niet naar school ga, verveel ik me en mis ik mijn moeder. Maar het kan niet anders. Het heeft geen zin daarover te klagen.''

Toch is het niet zoals vroeger, toen ze zichzelf opsloot in de turnzaal of op haar slaapkamer. Inmiddels is ze ouder en is het turnen niet meer het allerbelangrijkste in haar leven. Contact met anderen staat nu ook hoog op haar prioriteitenlijst. ,,Vroeger was ik te moe om van de bank te komen in het weekeinde. Nu ook nog wel, maar dan dwing ik mezelf toch de deur uit te gaan.''

* * *
Na een middagslaapje, wat spelletjes op de computer en een telefoontje naar haar moeder staat ze een paar uur later weer in de sporthal. Met dezelfde meisjes, dezelfde trainer en dezelfde muziek. Het is een middag waarop ze - ter voorbereiding op de EK - talloze keren haar sprong maakt en volledige oefeningen aan de brug, op de balk en de vloer draait. Door haar tengere lichaam ziet het er allemaal erg kwetsbaar uit. Eén misstap en ze kan een ledemaat of gewricht breken. ,,Ik ben zelf nooit bang'', zegt ze, ,,hoewel ik ontzettend vaak geblesseerd ben geweest. Polsen, enkels, schouders, rug - alles is wel een keer aan de beurt geweest. Toch mag je nooit bang zijn. Dan gebeurt er juist wat. Ik ben altijd zenuwachtiger voor anderen dan voor mezelf. Ik durf nooit te kijken als bijvoorbeeld Monique op de balk staat. Dan draai ik mijn hoofd weg en vraag aan degene naast me of ze er nog opstaat.

,,Als klein meisje was ik wel erg onzeker. Ik was helemaal gek van turnen en droomde ervan goed te worden. Alleen geloofde ik niet dat mij dat zou lukken. Ik was altijd zo bescheiden en had weinig zelfvertrouwen. Op de training ging het vaak goed maar tijdens de wedstrijden kwam het er door de zenuwen niet uit. Ik had faalangst, zat altijd heel snel in de put. Nu heb ik dat alleen nog een klein beetje op de brug. Omdat dat mijn beste onderdeel is en ik daarop iets moet laten zien.''

Volgende week hoopt ze in het Griekse Patras opnieuw een topprestatie neer te zetten. Maar als het niet lukt, dan kan ze daar tegenwoordig ook mee leven. Aan de Olympische Spelen, over twee jaar, denkt ze nog helemaal niet. ,,Ik zou het wel heel graag willen maar ik weet niet of ik het al die tijd kan volhouden. Ik heb niet het gevoel dat ik nog meer zal bereiken dan ik nu al gedaan heb. De rest wordt steeds sterker, ik ben relatief oud. De jongere lichting is nu al hartstikke goed.

,,Eigenlijk ben ik wel blij dat een turnster zo'n kort sportleven heeft. Ik heb zin om aan een ander leven te beginnen. Studeren, en dat wereldje ontdekken. Vooral als het niet zo lekker gaat, denk ik: hoe zou het zijn zonder turnen? Dat weet ik niet. Meestal vind ik het nog zo leuk, dan wil ik het nog niet opgeven. Op andere momenten denk ik eraan voorgoed te stoppen.

,,Hoe gek het misschien klinkt, ik ben toch erg blij dat ik dit gedaan heb. Ik had het niet willen missen, vooral het laatste jaar niet. Ik heb daar jarenlang offers voor gebracht maar het heeft me ook veel opgeleverd. Genoeg? Zeker weten.''

(Source: Apr-2002, Algemeen Dagblad

>> Tagesaktuelle News immer bei GYMmedia 

> back to ECh News