Vooral dat laatste wekt verwondering. In de lange geschiedenis van het internationale vrouwenturnen was Roemenië altijd aanwezig en ging het land nooit met lege handen naar huis. Maar sinds de Spelen in Sydney heerst er een rellerige sfeer in het nationale trainingsinstituut in Deva.

De eerste rel ontstond rond het dopinggebruik van Andreea Raducan tijdens de Spelen. Raducan moest daarop haar olympische goud inleveren. De laatste rel is de vervalsing van paspoorten. Volgens een onderzoek van het sportblad ProSport werden de geboortedata van de Roemeense turnsters stelselmatig met één of twee jaar vervroegd om op die manier nog jonger aan internationale wedstrijden deel te kunnen nemen.

Werd dat eerst nog hardnekkig door zowel turnsters als trainers ontkent, afgelopen maandag gaf oud-turnster Alexandra Marinescu op de Roemeense televisie toe dat ze op aandringen van de federatie inderdaad over haar geboortedatum heeft gelogen. Marinescu won zodoende in 1994 al op 12-jarige leeftijd het EK voor junioren. Drie jaar later moest ze haar carrière al beëindigen wegens een zware rugblessure. Drie operaties volgden.

De Roemeense bondscoach Octavian Belu zei in het gewraakte tv-programma: 'Het is niet mijn verantwoordelijkheid. En waarom zouden we oude koeien uit de sloot halen.' Bovendien heeft Belu andere zorgen aan het hoofd. De helft van zijn turngroep zei het trainingscentrum anderhalve maand geleden vaarwel.

Volgens Belu zijn de turnsters verwend geraakt door succes en geld, hebben ze een grote mond en tonen ze nauwelijks nog inzet. Helemaal sinds de medaillewinnaars levenslang verzekerd zijn van een maandelijkse financiële toelage heerst er weinig discipline. 'Ze klagen alleen maar. Om de top te bereiken moet je er nu eenmaal veel voor laten', aldus Belu.

Volgens de turnsters zelf worden ze te hard aangepakt en wordt er niet serieus met hun blessures omgegaan. Ze vinden dat ze te snel fit worden verklaard, dat ze op te jonge leeftijd te veel zijn afgebeuld en dat ze worden gedwongen met pijn te blijven trainen. Een bondsarts is bovendien niet aanwezig op het nationale trainingscentrum.

'Voor het eerst worden in Roemenië vraagtekens gezet bij de enorme trainingsomvang op jonge leeftijd', zegt Esther Heijnen, trainster van De Hazenkamp in Nijmegen en net teruggekeerd van een bezoek in Roemenië. 'Op zesjarige leeftijd trainen die meisjes al meer dan twintig uur per week. Dan is de wervelkolom nog zacht, zodat dat later veel rugklachten ten gevolge kan hebben', aldus Heijnen.

In een harde confrontatie werden de Roemeense turnsters voor de keuze gesteld: keihard werken om zich alsnog voor te bereiden op de EK of vertrekken. Meer dan de helft vertrok. Van de senioren bleven alleen Raducan en Oana Petrovschi over als potentiële EK-deelneemsters. Raducan kampt echter met zes kilo overgewicht en motivatieproblemen en haakte eveneens af. De vraag is of de achttienjarige turnster ooit weer internationaal zal aantreden.

De pas zestienjarige Petrovschi zal dit weekeinde daarom in haar eentje de Roemeense eer moeten redden. Maar ook haar voorbereiding is allesbehalve vlekkeloos verlopen. Ze zal met afgunst de Nederlandse ploeg hebben gevolgd die - nog vrijwel geen succes gewend - afgelopen zondag wel optimaal geprepareerd en gemotiveerd in Patras verscheen.

Sinds de vijfde plaats bij het WK in Gent gaat iedereen stilzwijgend uit van een medaille. Helemaal nu één van de grootste concurrenten in Roemenië is achtergebleven. 'Dat scheelt toch weer een zekere medaille', aldus Heijnen.