REPORTS REPORTS REPORTS  REPORTS REPORTS >>

  GOUD VOOR RUSLAND:  Titel geprolongeerd, maar...

In het begin zag het er helemaal niet naar uit dat de titel geprolongeerd zou worden:

De Russen blunderden al op het eerste onderdeel, vloer, met twee van de drie oefeningen. En dus lagen ze na de eerste ronde, tot hun eigen verbazing, op de 9e plaats!
Daarna herstelden de gedoodverfde favorieten zich echter voortreffelijk en namen bij het springen de leidende positie over
en stonden die tot het einde van de wedstrijd ook niet meer af. Zelfs niet toen zich bij de rekstok verlies van concentratie voordeed was de voorsprong voldoende voor een nieuwe titel. Leonid Arkajev zei daarover op de persconferentie: "Mijn jongens waren erg zenuwachtig, maar ze hebben zich gaandeweg verbeterd! Deze wedstrijd heeft duidelijk gemaakt dat het mannenturnen in Europa op een zeer hoog niveau staat!"

     
...de sensatie: zilver voor Zwitserland!
De Zwitserse turnen groeiden vandaag boven hun kunnen uit. Hun beste turner Niki Boeschenstein zei na afloop: "We hebben vanaf het begin geen fouten gemaakt en het gaf ons een heerlijk gevoel toen we merkten dat het begin zo goed was.” Het Zwitserse team turnde van alle ploegen het meest stabiel en dat is bij deze EK-modus (3/3) van groot belang gebleken. Trainer Bernhard Fluck zei: "Geweldig! Voor de eerste keer met een juniorenploeg op stap zijn en dan al meteen zilver halen... maar ik moet wel zeggen dat de teamgeest in deze ploeg voor het succes heeft gezorgd"!
Enkele weken geleden hadden de Zwitserse junioren bij de vierlandenwedstrijd in Schotland tegen Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië al een ijzersterke indruk achter gelaten.

 ... nog (bijna) nog beter als twee jaar geleden: weer brons voor Duitsland!

  Ook de Duitse junioren bgeonnen foutloos bij het paardvoltigeren,  René Piephardt was de beste van het trio en bereikte met zijn 9,3 dan ook de finale op dit onderdeel. 

Aan de ringen werd over het algeem het strengst gejureerd. Robert Weber begon niet al te sterk met een 7,837, en daarna kwamen de meer stabiele oefeningen van Piephardt en Fabian Hambüchen. Maar hoe dan ook, voorlopig stonden de Duitsers toch op de 7e plaats...!

Nu was het duidelijk voor de mannen:  ze moesten er wel wat aan doen! René Piephardt slaagde daar bij het springen wonderwel in, ook al had zijn Tsukahara gestrekt met hele draai slechts een uitgangswaarde van 9,3. Mathias Fahrig zette daar met dezelfde sprong de eerste negen naast (9,087). Vervolgens kwam Fabian Hambüchen bij de afzet scheef van de plank af, raakte het toestel niet goed - en in plaats van de geplande arabier - dubbelschroef (UW9,7) kwam er slechts één schroef. En dat leverde de ploeg niet meer dan 7,775 op. Het was de vijfde plaats en nog steeds ver verwijderd van een medaille. Maar de jongens gaven de moed niet op. 

Opmerking: Geluk gehad!!
Het had niet veel gescheeld of de Duitse junioren zouden bij het springen naar de 13e plaats geduikeld zijn. Bij de sprong van Hambüchen heeft men hem slechts met één hand het toestel zien raken. Volgens het reglement is dat echter verboden en zou dus een 0-waardering hebben moeten volgen. Omdat er binnen het jurypanel verschil van mening over bestond, de wedstrijd intussen gewoon doorging, de prijsuitreiking inmiddels had plaatsgevonden...viel dat nog moeilijk terug te draaien...Geluk gehad dus!!

Op de brug waren de Duitsers superieur, en dat ondanks het feit dat het voor iedereen het moeilijkste onderdeel is. Hier scoorden zij echter het beste teamresultaat. René Piephardt bracht met zijn oefening de nodige rust in het team toen de 8,937 (UW 9,3) op het scorebord verscheen. Fabian Hambüchen deed er met 9,087 (UW 9,4) nog een schepje bovenop en titelverdediger Waldemar Eichorn was de beste van de drie met een fraaie 9,275 (UW9,7). Met de vierde plaats van dat moment leek het brons al binnen bereik te komen...!

Aan de rekstok bewees René Piephardt zijn capaciteiten als eerste man: 9,075 (UW 9,5) en bereikte ook daarmee de finale. Waldi Eichorn kreeg 8,95 (UW 9,3), maar bij Fabian Hambüchen ging het even mis: bei de gestrekte Jägersalto met schroef miste hij de stang - in plaats van een uitgangswaarde van 9,6 werd het nu 9,2, hetgeen hem al met al niet verder bracht dan 8,325. Maar ook de andere ploegen kwamen niet overal foutloos door deze ronde, waardoor de Duitsers uiteindelijk toch met de derde plaats de laatste ronde in gingen. 

En op vloer moesten ze hun voorsprong zeker stellen!
Weer begon René Piephardt met een zeker uitgevoerde oefening (UW 9,3): 8,737.
Mathias Fahrig, ook hij was goed en zeker van zichzelf (UW 9,6): 8,875, beter dus.
Fabian Hambüchen haalde niet het maximale uit de kast in zijn eerste serie (UW 9,5 ipv 9,8), maar stelde daarmee wel de bronzen medaille veilig. De 9,115 was zelfs voldoende voor een finaleplaats op dit onderdeel en zijn twaalfde positie goed voor een plaats in de meerkamp. 

Een bronzen medaille en 7 finaleplaatsen - resultaten waarmee de junioren toch weer wat hoop hebben gegeven voor het mannenturnen in de komende jaren!

Even hoopvol is het optreden van de Nederlandse junioren. De verwachtte elfde plaats in de teamwedstrijd werd niet gehaald, maar de verschillen in dat segment van het klassement ontlopen elkaar niet veel. Jeffrey Wammes had zichzelf geen beter cadeau voor zijn verjaardag kunnen geven. Met de 17e plaats en een totaal van ruim meer dan 50 punten plaatste hij zich overtuigend voor de meerkampfinale. Dat hij ook nog eens in de sprongfinale beland met zijn Yurtchenko-dubbelschroef geeft zijn optreden in Patras extra glans. En zoals trainer Rob Stout eerder deze dag al zei: "We hebben er in ieder geval rekening mee gehouden en twee sprongen getraind, beide met een waarde van 9.7." Wellicht geeft dat Jeffrey zondag wat extra vertrouwen om er nog net iets meer uit te halen dan de achtste plaats van nu. Overigens, hij staat ook nog als eerste reserve genoteerd voor de vloer... 

>> Team Netherlands

Bericht: Eckhard Herholz 
nach Informationen von Jens Milbradt
 Translation: Jac van den Beemt

Back to NEWS